Ik ben begonnen met het vertalen van mijn animatie naar 2D. Al snel kwam ik uit bij het werken op een lange rol papier, om de volgende redenen:
- Ik kan zelf het formaat bepalen: ik kan doorgaan zolang ik wil en wanneer ik iets 'af' vind, kan ik de rol afknippen. - Je dwingt je toeschouwer langs je werk te lopen (vb: een werk op de muur van tien meter lang zie je niet in één oogopslag). - Het gebruiken van een lange rol papier kan een manier zijn om een soort verhaal te vertellen; ook omdat je er langs moet lopen als toeschouwer.
Van de twee vroegste werken heb ik helaas geen foto's kunnen nemen.
Vanuit dit proces ben ik verder gegaan: ik merkte dat ik een beetje vast kwam te zitten in wat ik nu precies af wilde beelden op die rol. Ik zat nog steeds met het thema 'ziekte/dood' uit de animatie, en dat wilde ik eigenlijk wel doorzetten, maar ik wist niet goed hoe. Door brainstormen ben ik bij de Ruiters van de Apocalyps uitgekomen; ook een onderwerp waar ik al eerder in praktijkwerk mee bezig ben geweest. Ik vond dit mooi aansluiten bij het thema, en heb dus een aantal studies naar paarden gedaan.
Hier was ik wel tevreden over, maar ik kwam er wel al snel achter dat het werken op de rol mij juist ging beperken in plaats van helpen. Ik besefte dat ik toch iets meer kader nodig had. Ook heb ik op dit punt een keuze gemaakt voor bepaalde materialen. Ik heb gekozen voor werken in zwart/wit, omdat ik dat goed bij het thema vind passen. Daarnaast heb ik gewerkt in inkt, potlood, pen, contékrijt en verf. Al deze materialen heb ik onderzocht; ik heb geprobeerd naar combinaties te streven.
Ook mijn drager is veranderd. Eigenlijk puur bij toeval kwam ik in de winkel langs een rol transparant papier (overtrekpapier). Het leek me wel interessant om daar op te werken; omdat je door de transparantie meerdere lagen over elkaar kunt zetten.
Ook in deze beelden ben ik doorgegaan op de paarden, in verschillende materialen. Dat ging een tijdje goed, tot ik het idee kreeg dat die paarden op zich niet zoveel voorstelden: het waren gewoon paarden; er zat niet veel verhalends aan. Ik wilde eigenlijk mijn toeschouwer meer prikkelen om zelf het verhaal bij het beeld te bedenken: ik had dus meer 'prikkels' nodig. Ik heb dus naast de paarden ook andere dingen getekend en geschilderd, en die als lagen over elkaar heen gezet om een soort ruimtelijkheid/gelaagdheid te creeëren, waarvan mijn beeld interessanter zou worden.
Daarnaast kwam ik tot de conclusie dat het vertellen van een verhaal, zoals je dat in een animatie kunt doen, niet het voornaamste was in mijn beelden. Ik moest bepalen welke plaats dat verhaal nog innam: ik kwam uiteindelijk tot de conclusie dat mijn beelden niet zozeer een verhaal vertelden, maar meer 'verhalend' waren. Dat vind ik eigenlijk interessanter: een beeld dat je toeschouwer uitdaagt zelf een verhaal of idee achter het werk te zoeken. Vanaf hier ben ik me dus niet meer gaan concentreren op het 'vertellen', maar meer op de inhoud van het beeld: ik wilde beelden maken die mensen prikkelen om even na te denken: wat is hier aan de hand? Staat dit beeld in relatie tot een ander beeld? Horen ze allemaal bij elkaar of helemaal niet?