Na het groen-licht gesprek heb ik het commentaar goed in me opgenomen. Ik heb het volgende veranderd:

- Ik heb alle beelden naast elkaar gehangen, en goed gekeken welke de sterkste beelden zijn. Deze heb ik eruit geplukt. Ik kwam inderdaad tot de conclusie dat de andere, minder sterke beelden juist meer aan het afleiden zijn dan dat ze iets toevoegen. Daarom heb ik er voor gekozen om alle overtollige 'ballast' weg te halen en me te richten op de twee beelden die het sterkst waren. 

- Ik heb de lagen met daarop contékrijt weggehaald en vervangen door inkt. Het krijt zorgde ervoor dat er zwarte vlekken op het beeld kwamen, en gaf ook af op andere lagen. Gelukkig kreeg ik de andere lagen goed schoon met kneedgum, maar de lagen met krijt heb ik weggehaald. Door ze te vervangen door inkt kreeg het beeld meer netheid, maar ook meer eenheid: er zaten al veel materiaalsoorten in, door er eentje weg te halen werd het net iets rustiger. Verder heb ik in sommige lagen nog wat stukjes weggeknipt; in andere juist dingen toegevoegd.

- Ik heb de randen van de verschillende lagen netjes afgewerkt (er zaten soms kreukels of scheuren in, en ze waren niet altijd recht), en de verschillende lagen strak tegen elkaar aangeplakt met doorzichtige tape. Zo werd het beeld weer wat netter. 

- Ik heb ervoor gekozen om de beelden op een vel wit papier te plakken, en dat tegen de muur te hangen. Dat heb ik gedaan omdat ik vond dat de beelden het verdienden om wat 'definitiever' gepresenteerd te worden: in het commentaar was gezegd dat juist dit materiaal (overtrekpapier) een heel schetsmatige, 'tijdelijke' aard heeft: door ze als beeld op wit papier te plakken wilde ik er een beeld met een meer permanente uitstraling creeëren.  Daarnaast had het een praktische reden: ik kon mijn doorzichtige papier niet goed aan de muur bevestigen zonder dat je de bevestiging door het papier heen zag zitten (vb. kneedgum, tape, etc). Spijkers slaan was niet mogelijk, dus koos ik ervoor om met dubbelzijdig plakband mijn beelden op het witte papier te bevestigen, waarna ik het witte papier heel makkelijk op kon hangen, omdat je daar niets doorheen ziet.