Eindwerk
Nadat ik bezig was geweest met het maken van vlinders in 3D, liep ik weer eens vast. Ik had geen idee meer hoe ik verder moest, vandaar dat ik terug ben gegaan naar de basis. De plek die ik had uitgekozen om mijn eindwerk tentoon te stellen was het Stuyvesantplein: het park. Toen het project net begonnen was, stond het park helemaal in bloei: al die bloesems en het lichte en vergankelijke aspect daarvan waren wat mij oorspronkelijk aansprak in de plek.
Dus ging ik weer opnieuw beginnen. Ik zocht naar een materiaal dat licht was, en waar ik eventueel op zou kunnen tekenen of schilderen. Al snel kwam ik uit bij kleine papiertjes van ongeveer 9 bij 9 centimeter. Ik heb een aantal proefjes gemaakt om te kijken wat die papiertjes doen: het bleek dat ze wanneer je ze aan elkaar maakt, stevig genoeg zijn om te blijven hangen in een boom, maar licht genoeg zijn om de wind er doorheen te laten spelen.
Ik maakte grote vellen met allemaal aan elkaar gemaakte kleine papiertjes: daarna beschilderde ik ze en kon ik de randjes omvouwen, zodat er een soort illusie van beweging ontstaat. Zo kwam toch de vlinder nog om de hoek kijken: het idee was om het principe van de bloesem te vangen, maar ook de vlinder. Die omgevouwen randjes lijken net kleine vleugeltjes wanneer je van een afstandje kijkt.
Ik heb mijn werk in de ruimte geplaatst: uiteindelijk had ik drie grote vellen (denk 80 cm bij 1,5 meter) en een vijftal kleinere. Doordat er op de dag van de presentaties behoorlijk wat wind stond, bewogen de vellen in de wind waardoor er een leuk effect optrad.
Dus ging ik weer opnieuw beginnen. Ik zocht naar een materiaal dat licht was, en waar ik eventueel op zou kunnen tekenen of schilderen. Al snel kwam ik uit bij kleine papiertjes van ongeveer 9 bij 9 centimeter. Ik heb een aantal proefjes gemaakt om te kijken wat die papiertjes doen: het bleek dat ze wanneer je ze aan elkaar maakt, stevig genoeg zijn om te blijven hangen in een boom, maar licht genoeg zijn om de wind er doorheen te laten spelen.
Ik maakte grote vellen met allemaal aan elkaar gemaakte kleine papiertjes: daarna beschilderde ik ze en kon ik de randjes omvouwen, zodat er een soort illusie van beweging ontstaat. Zo kwam toch de vlinder nog om de hoek kijken: het idee was om het principe van de bloesem te vangen, maar ook de vlinder. Die omgevouwen randjes lijken net kleine vleugeltjes wanneer je van een afstandje kijkt.
Ik heb mijn werk in de ruimte geplaatst: uiteindelijk had ik drie grote vellen (denk 80 cm bij 1,5 meter) en een vijftal kleinere. Doordat er op de dag van de presentaties behoorlijk wat wind stond, bewogen de vellen in de wind waardoor er een leuk effect optrad.